31 maart 2015

Vegetarische bami goreng


Bami goreng. Eigenlijk heel erg simpel en ideaal als restverwerking, maar het recept hieronder werkt in ieder geval heel erg goed. Er moet natuurlijk wel wat bij, en voordat u gaat klagen: op de foto is inderdaad alleen de bami vegetarisch: ik maakte er ook rempahballetjes bij (gehaktballetjes met kokos – die blog ik nog wel eens) en die kroepoek is natuurlijk ook niet vegetarisch. Nou vooruit, ik blogde laatst over vegetarische sperziebonen met tempeh – je eet er je vingers bij op. Maar dan moet je er wel de trassi uitlaten… tja, zucht… de Indonesische keuken kan een valkuil zijn voor de ware vegetariër.

Vegetarische bami goreng
recept voor 4 personen (met bijgerechten)

300 gr mie
olie om in te bakken
1 ui, in halve ringen
1 teen knoflook, gesnipperd
1 rode chili of sambal oelek naar smaak
1 kleine prei, in halve ringetjes
1 flinke wortel of een klein winterworteltje, in blokjes/reepjes
400 gr spitskool of Chinese kool, in reepjes
4 el ketjap manis
een royale eetlepel pindakaas

Fruit het volgende samen in een pan tot het gaar is: ui, knoflook, chili of sambal oelek, prei en wortel.

Bak de kool in een andere pan gaar in een beetje olie. Voeg desnoods een beetje water toe wanneer dit te droog wordt. Kook de mie ondertussen ook gaar.

Voeg het uimengsel samen met de gekookte mie en de ketjap manis. Laat dit al omscheppend een paar minuten bakken. Voeg daarna de kool toe en warm het door. Schep er tenslotte de pindakaas door.

Serveren met bijvoorbeeld gebakken ei, gefruite uitjes, kroepoek of emping, satésaus en andere bijgerechten naar keuze…


27 maart 2015

Zalm met geroosterde groente en chorizo


Het was weer tijd voor culinaire post. Van Westland Peppers kreeg ik bijvoorbeeld pimientos de padrón toegestuurd. Het zijn groene pepers, maar dan mild als groene paprika. Wel zijn ze iets bitterder en niet zo ‘vlezig’ als gewone paprika; het vel en vruchtvlees is veel dunner dan van paprika’s. Volgens Westland Peppers bakken ze deze pepers in Spanje graag even samen met wat tomaat als snelle hap. En ze zullen het wel weten, want bijna al hun pepers worden geëxporteerd naar Spanje. Dat is direct een probleem voor ons; op de Nederlandse markt vind je ze dus mooi niet! Ik heb er nog naar gevraagd voor jullie, maar men kan ze alleen via hun webshop aanbieden. Overigens is dat ook interessant, want daar verkopen ze allerlei verse (Trinidad Scorpion chocolate? Mooie naam) of gedroogde (chipotle!) pepers, welke je in een normale winkel niet snel zal aantreffen.


Deze groenteschotel stond al in de planning en de pepers pasten er prima in, dus dat ging in één moeite door. Let wel, de groente wordt niet knapperig, dus als je de aardappels wel lekker bruin en krokant gebakken wilt hebben, bereid ze dan apart (bijvoorbeeld met dit onvolprezen recept). Maar ook in dit recept met zalm slurpen de aardappels lekker alle gekruide olie uit de pan op, niet in de laatste plaats door de chorizo, die wordt uitgebakken in de oven.


Zalm met geroosterde groente en chorizo
recept voor 4 personen

royale scheut olijfolie
150 gr chorizo van het stuk, in niet te dunne plakken (1 cm dik)
2 tl (gerookt) paprikapoeder (1 voor de groente en 1 voor de zalm)
2 tl tijm (1 voor de groente en 1 voor de zalm)
1 el balsamico azijn
zout en peper
laurierblad (1 of 2 grote, verse of 3 kleine gedroogde)
700 gr geschilde aardappels (vast of iets kruimig)
1 rode paprika, in grove stukken
2 uien of een paar sjalotten, in parten of de sjalotten heel of gehalveerd
3 teentjes knoflook
1 courgette, in schijfjes van een centimeter dik
wie ze kan vinden: 150 gr pimientos de padrón. Vervang ze eventueel met cherrytomaatjes aan de tak; heel wat anders, maar ook lekker
4 stukken zalm (ongeveer 600 gr)
handje zwarte olijven

Verwarm de oven op 220 graden (200 graden hetelucht).

Snijd de aardappels in blokken van twee happen groot en kook ze bijna gaar in 10 minuten in licht gezouten water.

Neem een grote bakplaat of braadslede en giet daarin een royale scheut olijfolie, Voeg daar de chorizoplakjes, 1 tl (gerookt) paprikapoeder,  1 tl tijm, balsamico, zout, peper en laurierblaadjes aan toe. Roer het door elkaar, voeg de aardappels, paprika, gepelde knoflooktenen en uien toe en zet het in de oven.

Voeg na 10 minuten de courgette en padron pepers (maar nog niet de kerstomaten, als je die gebruikt) toe en schep alles even door.

Smeer de zalmfilets in met wat olie, tijm, paprikapoeder, zout en peper.

Kijk na 10 minuten even hoe ver de groente zijn. Ze moeten nu bijna gaar zijn. Laat het anders nog 5 minuten langer bakken. Leg daarna de zalm en eventueel de tomaatjes (met tak en al – dat ziet er leuk uit) bij of erop. Laat dat nog eens 15 minuten bakken, of als de zalmfilet vrij dun is, dan zijn 10 minuten ook wel genoeg. Dan is het klaar!




21 maart 2015

Paasmenu


Ik stond laatst in februari met het eerste lenteweer ’s morgens voor het raam. Dochter Zo stond naast me en keek mee. “Zonnetje… Blauwe lucht…” zei ik goedkeurend tegen mezelf. “Zwembad…” voegde mijn dochter daar naadloos aan toe. Maar dat werd toch een teleurstelling. 

Maar toch even een ideetje, he… Stel nou dat het straks met Pasen heeeel mooi lenteweer is. Zacht weer, zon, kwetterende vogeltjes, pril groen aan de bomen; enfin, u kent het vast nog wel. Zou het dan misschien ook mogelijk zijn dat we met het avondeten voorzichtig de deur naar de tuin open zetten? Gewoon, omdat het warm genoeg is. En dan gaan we pal voor die deur zitten met zijn allen. En dan eten we dit:

Paasmenu 2015:
  • Salade met veldsla, avocado, blauwe bessen, pittige pecannoten en geitenkaas
  • Risotto met spinazie, zeekraal en kabeljauw omwikkeld met pesto en rauwe ham
  • Lemoncurd Frozen Yoghurt


Salade met sla, avocado, blauwe bessen en pittige pecans
recept voor 4 personen

100 gr veldsla
1 avocado
flinke hand blauwe bessen (uit de diepvries kan ook heel goed. AH heeft kleine doosjes)
4 eieren, hard gekookt en/of een stuk zachte geitenkaas (alleen ei of kaas kan natuurlijk ook)

Voor de pecannoten:
100 gr pecannoten
1 el olijfolie
2 grote tl suiker
¼ tl chilipoeder

Voor de dressing:
3 el olijfolie
kneep vers citroensap
2 tl vloeibare honing
1 tl mosterd

Verwarm de oven voor op 180 graden (160 graden hetelucht). Schud de pecannoten om met de olie, suiker en chilipoeder. Spreid ze uit op bakpapier op een bakplaat en bak ze ongeveer 10 minuten, of totdat ze lekker knapperig zijn. Laat ze afkoelen.


Klop de dressing en zet deze apart.

Verdeel de sla over 4 borden. Maak de avocado schoon en snijd het vruchtvlees in blokjes. Snijd de eieren in vieren. Verdeel de avocado en eieren (en eventueel ook de geitenkaas) over de borden. Strooi hier de blauwe bessen en pecannoten bij. Besprenkel tenslotte met de dressing en serveer het direct.


Risotto met spinazie, zeekraal, en kabeljauw omwikkeld met pesto en rauwe ham
recept voor 4 personen

Voor de risotto:
scheutje olijfolie
1 flinke ui, gesnipperd
400 gr risotto
150 ml witte wijn, droge vermouth of droge sherry
1,2 liter hete bouillon (groente- of tuinkruidenbouillon)
400 gr diepvries-spinazie
100 gr vers geraspte Parmezaanse kaas

Voor de kabeljauw:
600 gr kabeljauw in 4 stukken
groene pesto, gekocht of zelfgemaakt
150 tot 200 gr rauwe ham (ligt een beetje aan de grootte en hoe ze om de vis passen)

Verder:
100 gr zeekraal

Laat de spinazie ontdooien en uitlekken.

Begin dan met de risotto: fruit in een (kook)pan de ui in wat olie ongeveer 10 minuten op zacht vuur zonder het laten kleuren. Draai het vuur onder de ui hoger en doe de rijst in de pan. Laat de rijst 2 minuten bakken zodat het door en door heet is. Giet de wijn erbij en schep door.

Zodra de wijn bijna is opgenomen, een scheut bouillon toevoegen. Blijf de bouillon met scheutjes toevoegen aan de risotto zodra de vorige scheut is opgenomen. Veel roeren maakt de risotto romig. Dit duurt in totaal 18 tot 20 minuten en de rijst is dan al dente: zacht, maar nog wel stevig. Mogelijk is niet alle bouillon nodig. Halverwege kan je ook de uitgelekte spinazie toevoegen.

Goede risotto blijft op het bord niet liggen waar het is neergelegd: het vloeit uit. Het mag geen vaste klont zijn, maar het is ook geen pap. Wel is het vrij nat. Er mag aan het einde van de kooktijd dus nog flink wat vocht in de pan zitten. Hoeveel? Tja, dat is toch een kwestie van uitproberen. In ieder geval zal het toevoegen van de kaas helpen bij het romige karakter van de rijst. Voeg de parmezaan toe (een stukje roomboter mag daar ook eventueel bij) en roer door, draai het vuur uit en laat de rijst nog even staan.

Nu moet de risotto precies goed van consistentie zijn: romig en “lopend”. Wel direct serveren; risotto kan je niet bewaren of opwarmen.


Ondertussen ook de kabeljauw bereiden: smeer de 4 stukken in met wat pesto en wikkel ze in 1 of meerdere plakken ham (afhankelijk van de grootte van de plakken). Verhit wat olie in een grote koekenpan en bak de vis gaar op redelijk hoog vuur in 4 minuten aan elke kant.

Kook tenslotte de zeekraal in licht gezouten water in 5 minuten gaar.

Schep de risotto op een bord, leg daar een plukje zeekraal bij en een stuk vis. Parmezaan hoort hier officieel niet op, maar er mag zoveel niet. Als u het lekker vindt, gewoon doen…




Lemoncurd Frozen Yoghurt

Sorry, ik heb geen foto van het ijs! En het was nog wel zo mooi lichtgeel. Echt paasijs… Het is trouwens ook heel zacht ijs, dat misschien ook wel zonder ijsmachine te maken is. Ik maak het wel met een machine, maar na een dag in de vriezer was het nog steeds zo mooi zacht en goed schepbaar dat het zonder machine te proberen is.

500 ml Griekse yoghurt met 10% vet (met een lager vetpercentage wordt het ijs harder)
1 pot Chivers lemon curd (320 gr)

Simpel: schep de yoghurt en lemoncurd in een kom en klop het met een garde of mixer mooi glad. Wanneer je een ijsmachine gebruikt, kan je het mengsel nog even goed laten doorkoelen in de koelkast, voordat je het ijs draait.  Of schep het zonder ijsmachine in een lage bak en roer het elk uur even om totdat het goed bevroren is.





17 maart 2015

Indonesische kip in ketjapsaus


En deze had u nog van mij te goed na het recept voor Indonesische sperziebonen met tempeh
uit het vorige blog.

Indonesische kip in ketjapsaus
recept als bijgerecht voor 4 personen
gebaseerd op een recept uit het magazine Foodies van november 2011

100 gr roomboter
1 stengel sereh, in 3 stukken
1 kleine ui, gesnipperd
1 teen knoflook, fijn gesnipperd
1 cm gember, fijngehakt
3 stuks djeroek poeroetblad (citroenblad)
1 el suiker
200 ml ketjap manis van een fatsoenlijk merk (bv A-brand Ketjap Kentel (ABC) of Ketjap Medja Kaki Tiga
zwarte peper naar smaak
1 el maizena (iets meer dan een afgestreken eetlepel)
800 gr kipfilet in blokjes (maar varkenshaas, gehaktballetjes of lamskoteletjes kunnen ook)
garneren met verse rode peper en gefruite uitjes

Smelt de boter in een pan en fruit daarin de sereh, ui, knoflook, gember, djeroek poeroetblaadjes en de suiker. Laat dit enkele minuten bakken. Blus het daarna af met de ketjap en 100 ml water. Voeg zwarte peper naar smaak toe (zout vond ik niet nodig). Breng het aan de kook en laat het tien minuten pruttelen.

Meng de maizena met 200 ml water. Voeg dit toe aan de saus en laat het dikker worden. Nb. de saus is vrij dun. Als je een dikkere saus wilt hebben, dan voeg je wat minder water toe.

Bak ondertussen het vlees bruin en gaar. Voeg het toe aan de saus. Garneer het aan tafel met rode peper en gefruite uitjes.

Eet de kip met rijst, de sperziebonen met tempeh, en kroepoek




14 maart 2015

Indonesische sperziebonen met tempeh


Als je echtgenoot een paar weken van huis is geweest ‘om bij de pinguins te zijn’ (zoals de kinderen het uitleggen en hij zat inderdaad op Antarctica), dan zorg je er als foodblogger en liefhebbende vrouw wel voor dat er de eerste avond iets lekkers op het menu staat. En Meneer Eerst Koken houdt erg van Indonesisch. Tempeh met sperziebonen is zijn favoriet als hij eten bij de toko haalt en deze versie hieronder was bijzonder lekker. Er is één nadeel, en daar kom je dus pas achter wanneer je het zelf maakt: het is bepaald niet ‘light’. De tempeh moet worden gefrituurd en dan komt ook zijn ware gedaante te voorschijn. Het is namelijk eigenlijk een spons… Een lekkere spons, dat wel. (naschrift: Meneer heeft het nu ook een paar keer gemaakt, met veel minder olie, en dat werkt ook wel best. Het kan dus wel)

We aten er ook nog kip in ketjapsaus bij, maar die schrijf ik even uit in een aparte blog.

Indonesische sperziebonen met tempeh
recept als bijgerecht voor 4 personen
kan vegetarisch (laat de trassi dan weg)
gebaseerd op een recept uit het magazine Foodies van november 2011

350 gr tempeh
400 gr sperziebonen
olie om te bakken en eventueel frituurolie
1 kleine ui, gesnipperd
1 teen knoflook, gesnipperd
gesnipperde rode chilipeper (lombok) of een sambal oelek naar smaak
1/2 tl trassi (als je het vegetarisch wilt houden, dan laat je het weg, maar anders is het wel vrij essentieel!)
1 cm verse laos (platgeslagen) of  1 tl laospoeder
2 el ketjap manis

Snijd de tempeh in reepjes en frituur ze goudbruin. Eventueel kan je ze ook bakken in ruim olie in een grote koekenpan. Laat het uitlekken op keukenpapier en zet het daarna apart.

Maak de sperziebonen schoon, halveer ze en kook ze 5 minuten voor in gezouten water.

Verhit een klein beetje olie in een pan en fruit daarin de ui, knoflook en rode peper of sambal. Voeg daarna een klein brokje trassi (niet meer dan een afgestreken kleine theelepel) toe, het plat geslagen stukje laos (of poeder), de halfgare sperziebonen en de ketjap manis. Laat de bonen gaar bakken. Als het te droog bakt, voeg dan een scheutje water toe. Voeg aan het einde de tempeh toe en laat het doorwarmen. O ja, en haal die verse laos er weer even uit. Kleine Chef kreeg de schrik van zijn leven toen hij net lekker aan het eten was en op de laos beet...


Serveer het met rijst en nog een tweede bijgerecht. Bijvoorbeeld de kip in ketjapsaus die in de volgende blog verschijnt!




10 maart 2015

Zelfgemaakte kokosmelk (belachelijk makkelijk)

  

Toen ik laatst in de supermarkt weer stuitte op blikken kokosmelk met daarin heel andere dingen dan kokosmelk (bijvoorbeeld maltodextrine, natriumcaseïnaat, suiker, gemodificeerd maïszetmeel, voedingszuur en kaliumsorbaat) besloot ik het maar eens zelf te maken. Tenslotte hoort er in goede kokosmelk alleen maar kokos en water te zitten. Fatsoenlijke soorten zijn er trouwens ook hoor, in de supermarkt, maar je moet wel even de verpakking lezen. Ik kies zelf van de supermarktmerken voor Go-Tan.

Het resultaat van mijn gefröbel? Het is heel makkelijk en toch lekkerder dan melk uit een blik of pak. Het was weer eens te verwachten… Voor de prijs hoef je het ook niet te laten; een kokosnoot kost hetzelfde als een blik kokosmelk. Je moet wel een keukenmachine of blender hebben. Misschien zou het ook lukken met een krachtige staafmixer (als je de kokos klein genoeg snijdt), maar dat heb ik zelf niet uitgeprobeerd.



Zelfgemaakte kokosmelk
recept voor 300-400ml kokosmelk

nodig: 1 verse kokosnoot

In de supermarkt moet je eerst eens aan al die kokosnoten schudden: hij moet zwaar aanvoelen en er moet duidelijk nog flink wat water in klotsen. Geen of weinig water betekent dat het waarschijnlijk oud en bedorven is.

Dan het openmaken van de kokosnoot: iemand heeft de moeite gedaan om allerlei methodes te beschrijven in een wiki. Daar heb ik weinig aan toe te voegen. Wel de tip om vooral het kokoswater op te vangen. Het is lekker om zo op te drinken en bovendien reuze hip.

Snijd het vruchtvlees uit de kokosnoot. Het vruchtvlees moet ook nu mooi wit zijn; roze of anders verkleurde kokos is niet goed meer. Dat bruine velletje kan je aan de stukjes laten zitten, tenzij je de kokosrasp straks beslist wilt gebruiken voor iets dat volstrekt wit moet zijn.

Doe de stukjes kokos in de keukenmachine met het sikkelmes, of doe ze in een blender (snijd die kokos wel wat kleiner, anders stuitert de blender van het aanrecht). Voeg er ongeveer 500 ml heet water aan toe; de kokos moet net onder staan. Gewoon het heetste water uit de kraan is prima. Laat de machine dan draaien tot de kokos volledig aan flinters is gesneden. Het moet echt zo klein worden als de geraspte kokos die je gedroogd in de winkel koopt. Giet dit in een zeef en druk de massa goed uit. De opgevangen melk is klaar voor gebruik.

Met de geraspte kokos in de zeef kan je nu nog prima andere dingen doen. Gebruik het in gebak, kokosmakronen, of zoals ik, in een bord havermout. Let er wel op dat verse, geraspte kokos niet dezelfde eigenschappen heeft bij het gebruik in gebak als de gedroogde variant. Gedroogde kokos neemt nog heel veel vocht op. Als je die dus vervangt met verse kokos, kan je een kokoscake bijvoorbeeld na het bakken alsnog afgieten. Je moet wel een en ander even aanpassen in het recept.  

Verse kokosnoot bederft ook erg snel; eet het binnen een paar dagen op en bewaar het afgedekt in de koelkast. De kokosmelk kan je overigens prima invriezen. Van de rasp weet ik dat nog niet; dat wordt op het moment uitgeprobeerd.

Kokosmelk moet je nooit hard laten koken, want het schift snel. Je kunt het wel zachtjes laten pruttelen en zodra je het mengt met vet en andere ingredienten die het stabiliseren (zoals je bijna altijd zal doen bij het koken), dan valt het effect ook mee. Maar het schiften viel me bij mijn eigen kokosmelk nog meer op dan bij de gekochte soorten. Mogelijk zit er in de blikken die ik gebruikte nog wat hulpstoffen die het schiften tegengaan?



Tenslotte nog even iets voor mijn eigen archief: de jongste dochter wilde kokosroomijs maken (simpel en heerlijk!). Dat deden we zo: klop 3 eierdooiers los met 50 gram suiker. Verhit 350 ml verse kokosmelk tot net kokend (het zal schiften, maar dat geeft niet. Als je roert, mengt het ook wel weer) en klop dat met een garde bij de eierdooiers (heel langzaam toevoegen met een klein straaltje, zodat het ei niet schrikt. Anders heb je kokos-roerei). Teruggieten in de pan en op het laagste vuur, al roerend, laten binden. Wanneer je er een lepel in doopt en met je vinger een streep trekt over de lepel, moet de streep zich niet meer vullen. De kokosvla laat je afkoelen. Daarna draai je er met een ijsmachine ijs van. Het was net genoeg voor 5 kleine porties. Volgende keer haal ik TWEE kokosnoten. O ja, en van die 3 eiwitten die je overhoudt, maak je natuurlijk kleine meringuetoefjes, die je serveert bij het ijs. Met slagroom graag. En een paar blauwe bessen of stukjes mango.

Kortom, kijk eens wat een plezier je hebt van 1 kokosnoot: kokoswater, verse kokosmelk, verse rasp, en ijs op de koop toe. Waarom haal je nog blikken eigenlijk?




7 maart 2015

Boodschappen doen in Zweden

bron foto: The Guardian

Na mijn verslag over welke boodschappen je beslist mee moet nemen vanuit Noorwegen, kon ik niet achter blijven met Zweden. Tot op zekere hoogte zit er overlap in de boodschappen uit deze twee landen, maar toch is de Zweedse lijst een stuk langer. Ontmoedigend lang zelfs toen ik er aan begon! Ik heb mij beperkt tot zaken die je in de gewone supermarkt vindt, en heb me niet teveel laten afleiden door gekoelde waren, die toch niet mee kunnen in de koffer of achterbak van een auto. Hoewel je natuurlijk wel even tijd moet vrij maken om dingen ter plekke te proeven…

Om te beginnen met het beste: Zweedse glorie – gebak en brood(jes). De geur van een Zweedse bakkerij is die van vanillepudding en kardemom. Ik krijg daar altijd een beetje weke knieën van. Ik heb een groot, erg groot, zwak voor wienerbröd; de croissantachtige, ronde broodjes, gevuld met pudding of jam. En die kardemom zouden ze het liefste overal in willen doen. Nu ik er eens over nadenk doen ze dat ook. Kardemom is overal. Bijvoorbeeld in de fikabroodjes: waar je ook komt, overal liggen zoete koffiebroodjes. De bekendste zijn wienerbröd (croissantachtige broodjes met een vulling van vanillepudding of frambozenjam - hier mijn recept voor wienerbröd met een vulling van pistachemarsepein), pistache-bullar (broodjes met zoete pistachevulling), kanelbullar en vaniljbullar, etc. Een fika is trouwens een koffiemoment, welke je op elk moment van de dag kan doen.




Limpa – Zweeds brood is vaak een beetje zoet en dit is er een goed voorbeeld van. Het is gedeeltelijk van rogge gemaakt en men gebruikt er een siroop met mout in. Het is soms op smaak gebracht met sinaasappel en karwij.

Kavring – een compact, en weer zoetig, roggebrood

Tunnbröd – Scandinavisch platbrood in de vorm van iets dat op tortilla’s lijkt. Ze zijn er zowel poezelzacht als knapperig hard. Het dikkere polarbröd, en dan vooral de rogge-variant (foto hieronder), is mijn favoriet. Natuurlijk weer een beetje zoet en zacht als een wit kadetje.


Mazariner – zoals wel vaker met producten in deze lijst liggen deze koekjes ook bij de Ikea. Het zijn de ovale, dikke koeken, gevuld met amandelspijs en met een glazuur erop. Ze doen wel wat denken aan de Britse Bakewell Tart.


Skumbollar – een soort negerzoenen (excusez le mot) en dan vaak bestrooid met geraspte kokos. Ligt ook bij de Ikea.


Punschrullar/dammsugare – staat nog steeds op mijn baklijstje. Deze Zweedse ‘stofzuigertjes’ (want dat betekent ‘dammsugare’) worden gemaakt van cakekruim en punsch (een Zweedse sterke drank), waarna ze in groene marsepein worden gerold. De uiteindes worden gedoopt in chocolade. En jawel, ook hier weer verkrijgbaar bij de Zweedse meubelgigant, maar de fabrieksversie is wel erg fabrieksmatig. Dat kan echt beter. Note to self: dammsugare hoger op de baklijst zetten.


Prinsesstårta – jaha, Ikea… in de diepvries. Typisch Zweeds taartje dat in wezen vrij simpel is: cakelagen besmeerd met jam en hoog opgestapeld met slagroom en nog meer cake. Daarna gaat er marsepein overheen, meestal groen of roze.


Semlor zijn bolletjes brood, gevuld met een amandelspijs en slagroom. Ze horen standaard bij de vastentijd, maar worden tegenwoordig van kerst tot Pasen aangeboden.


Pepparkakor – eigenlijk een typisch decemberkoekje, maar tegenwoordig altijd verkrijgbaar. Het zijn een soort dunne speculaasjes, maar met meer specerijen, en ook meer met een typische smaak van gember en sinaasappelschil. Een opvallende combinatie is overigens die van pepparkakor als toastje met een blauwe kaas erop. Het werkt inderdaad erg goed. Hier het recept van Eerst Koken voor het koekje.


Gifflar – kleine broodrolletjes met kaneel. Ik ga nu niet meer zeggen dat de Ikea ze ook heeft, hoor…


Lussekatter - kleine saffraanbroodjes die rond Lucia (een lichtfeest dat de kerstperiode inluidt en waarbij meisjes in witte jurken met kaarsen rondlopen) en kerst worden gegeten. Ze zijn waarschijnlijk verwant aan onze eigen duivekater. Dezelfde naam (dövelskatter of dyvelkatter) wordt ook wel in Zweden gebruikt - alledrie de namen komen van een dialect voor ‘duivelskoek’.


Kladdkaka – Zweedse brownies

Bij gebak wordt vaak vaniljkräm (een creme anglaise – vanillesaus)  geserveerd, waar wij slagroom zouden gebruiken. En áls je slagroom krijgt is ie meestal ongezoet.

Na al het zoete werk kunnen we nu de rest van de supermarkt in:

Blijf vooral even staan bij het vak met smeerkazen in tubes. De hoeveelheid smaken is enorm en erg interessant, zoals smeerkaas met garnalen, kreeft, salami, bacon, blauwe kaas met granaatappel, rendier, etc. Ze hebben me ooit geïnspireerd om zelf smeerkaas te maken.



Eland en rendier komen in de supermarkt terug als (droge) worst, of probeer eens gedroogde rendierham.

Zweden heeft een aantal grote namen in halfharde kaas (ik denk dan aan het Gouda-type), waaronder västerbottensost (sterke smaak, erg gewild en ook vrij prijzig), herrgårdsost (mild, zoetig en met gaatjes) en prästost (karaktervol, maar vrij mild)

Gehaktballetjes – de lijst zou niet compleet zijn zonder de bekende Zweedse köttbullar. Je koopt ze uit de koeling of diepvries, of je maakt ze zelf. Je eet ze uiteraard met lingonsylt (jam van een soort cranberry’s) en aardappelpuree. Voor de jam en de ballen kun je wederom, voor de verandering, naar de Ikea…


Dille chips – vergeleken met Nederland is het chipsvak maar klein in Zweden, maar de dill chips (aardappelchips met dille) maken het helemaal goed. Verder is er niet zo veel; er zijn nog wat varianten van de aardappelchips en zo’n Chipito kaasdingetje. Dan heb je het wel gehad.


Zweedse mosterd – en specifiek die van Slotts. Ook altijd een vast item op mijn boodschappenlijstje. Zweedse mosterd (senap) is behoorlijk zoet en niet scherp.


Filmjölk is een milde, drinkbare zuivel die tussen yoghurt en karnemelk in zit. De verwante IJslandse ‘skyr’ staat er ook in drinkbekers.

De Zweden hebben een wat ongelukkige relatie met alcohol. Sterke drank is beperkt verkrijgbaar en dan alleen via de systembolaget: een staatswinkel. In de supermarkt vind je niets boven 3,7% alcohol, wat er op neer komt dat je er alleen slap bier (klasse I en II bier: lättöl en folköl) of appel- of perencider kan kopen. Voor normaal bier, wijn, en alle andere dranken moet je dus naar de speciale staatswinkels. Typisch Scandinavisch sterke drank is punsch (een likeur op basis van rum) en akvavit (een heldere of lichtbruine sterke drank met de smaak van karwij of dille).

Falukorv – ach, wat houden de Zweden van hun falukorv… ten onrechte natuurlijk, want de kookworsten ontstijgen de kwaliteit van een blik Smac amper. Maar goed, ieder land heeft het recht op zijn eigen wansmaken (iemand een frikandel?). En als je de plakken worst in de pan lekker bruin bakt, begrijp ik volkomen hoe jeugdsentiment wordt gemaakt. Stiekem is het best lekker.

Potatissallad – ik had 486 recepten nodig om eindelijk eens over Zweedse aardappelsalade te schrijven op dit blog, maar ik ben er toch echt gek op. De Zweedse saus is fris en zurig, als een milde yoghurt. Dat komt door de gräddfil: een zure room met relatief weinig vet. Helaas niet bij ons te koop, maar je kunt het vrij goed vervangen.


Kola – het weinige snoepgoed dat me echt te binnen schiet als typisch Zweeds. Het zijn gewone zachte toffees, van het soort dat je boven- en onderkaak aan elkaar plakt, maar ze verzinnen de gekste smaken. Witte chocoladetoffee met pistache vond ik erg lekker.

Jam (sylt) is anders dan bij ons. Onze jam is stevig en moet echt uit de pot geschept worden. Zweedse jam is vloeibaarder. Als je bij ons de jampot omdraait gebeurt er niets, doe je dat in Zweden dan kan je het van de tafel schrapen. Frambozen (hallon) is natuurlijk een echt Scandinavische smaak, maar hjorton vind je ook in de schappen. Het gaat hierbij om een gele soort framboos.

Leuk souvenir meenemen? Doe dan zo’n pak knäckebröd dat lijkt op een wagenwiel. De ontvanger in Nederland heeft geen idee wat ie ermee moet (gewoon in stukken breken) en heeft ook niets om de grote, ronde plakken in te bewaren (geeft niets. Vroeger hingen de plakken aan een stok in de keuken te drogen. Ze kunnen wel wat hebben. Gewoon in de verpakking bewaren dus). Verder vind je er natuurlijk al die pakken knäckebröd die wij ook hebben, plus nog eens honderd meer. De luchtige falurut, of de reepjes dunne finncrisp, of het Noorse papierdunne flatbrød bijvoorbeeld. De plek in de supermarkt voor knäckebröd is in Zweden net zo groot als ons chipsvak.


Kaviar of löjrom – echte kaviaar (dat wil zeggen, eitjes van de steur) is het niet, maar het is heel normaal om wat viskuit uit een tube op je brood te smeren. Bij ontbijt- of lunchbuffetten zie je ook vaak pakjes of mini-tubes met kuit liggen. Het meest verkochte merk is Kalles.


Voor surströmming moet ik je waarschuwen. Ja, typisch Scandinavisch, maar ik raad je aan om het te laten staan. Surströmming is haring die fermenteert in een groot blik. Wanneer het blik bol staat, is de vis klaar voor consumptie. Voorzichtig openmaken, want een goed blik staat op ontploffen.


Het is niet verrassend dat Zweden een visminnend land is. Alles wat zwemt wordt gegeten, met een grote nadruk op garnalen, kreeft, zalm, skrei (winterkabeljauw uit de Lofoten) of gewone kabeljauw. Het aanbod is altijd prachtig, vers en veel. De garnalen zijn ook los verkrijgbaar uit de diepvries. Je schept zelf een portie uit een grote bak. Haring is ook veel ingemaakt in pot verkrijgbaar, met of zonder kruiden of sausjes. Ook in de koeling verkrijgbaar zijn blikjes ansjovis, maar daar zit dus mooi geen ansjovis in. Tenminste, niet wat wij onder ansjovis verstaan. Voor de Zweden is dit de gezoete en gekruide sprot. Heel iets anders dan onze zoute visjes. Ze maken er overigens de beroemde aardappelschotel Janssons Frestelse mee.






Het kruidenvak heeft op zich niets bijzonders, maar een aardig Zweeds mengsel is misschien de citronpeppar (citroen met zwarte peper), te gebruiken voor kip, vis of pasta.

De Zweden eten als nagerecht graag een bordje fruitsoep, eventueel met wat vla, room of vanilleijs erin. Je koopt de (gezoete!) soep in literverpakkingen en ze zijn in allerlei smaken verkrijgbaar. Nyponsoppa (rozenbottelsoep) is echter een populaire smaak.


Lakrits - als je dacht dat Nederland een dropland was, dan moet je ook eens in Zweden kijken. En ja, ze hebben zelfs zoute drop. Ze doen er alleen ook gekkere dingen mee. Dropijs is volstrekt normaal en ze doen het ook in de chocoladerepen. Dat is lekker trouwens! Pure chocolade met een vleugje salmiak.


In het juiste seizoen kom je stapels verse paddenstoelen tegen. Bijvoorbeeld het stevige en grote eekhoorntjesbrood (Karl Johan svamp) of verse cantharellen. Die laatste kan je trouwens ook prima zelf zoeken in de bossen. Het schijnt één van de weinige soorten paddenstoel te zijn waar je je amper in kan vergissen.

Nog meer verse waar zijn aardbeien of de kleine bosaardbeitjes (smultron). Bosbessen komen natuurlijk ook regelrecht uit de Zweedse bossen (hoop ik).

Tenslotte moet je midden in de supermarkt niet verbaasd opkijken van een complete gang met schepsnoep (lösviktgodis). Ja, de Zweden houden van zoet…


En als je dan toch buiten de deur eet: in Zweden is de lunch nog steeds de hoofdmaaltijd, die beter betaalbaar is dan de avondmaaltijd. ’s Avonds eet men thuis meestal een boterham of een hele simpele maaltijd. Water en salades zijn vaak inbegrepen bij de lunch. Een bekende salade is de ‘pizzasalad’ , een koolsalade die zo genoemd wordt omdat het een standaardsalade is in pizzeria’s. Nog een bekend fenomeen is de påtår in het cafe; het tweede kopje koffie (of thee) waar je veel minder voor betaalt dan voor de eerste.

* met dank aan Lia, die me hielp de lange lijst nog wat langer te maken :)



4 maart 2015

Pompoenhummus




Nu is het wel weer even gezegend met die pompoenen. We begonnen ze te eten in de herfst, maar inmiddels komen ze mijn neus uit… Helaas stond er nog een exemplaar te pronken op mijn aanrecht. Neenee, die gooien we natuurlijk niet weg. Tenslotte heb ik de kinderen net verteld over de arme kindjes in Afrika.

Maar… AH heeft een pompoenhummus in het assortiment (bij de gekoelde tapas) en die is dan wel weer erg lekker. En wat de Appie kan, dat kan ik ook. Soms zelfs beter. Ik heb hun hummus gekopieerd en kwam uit op een identieke spread. Bedankt AH, het is een goed recept.

Op de foto hierboven zie je overigens de hummus op pompoenpannenkoekjes, want ik moest ook iets doen met de andere helft van de pompoen.


Recept voor pompoenhummus

400 gr kikkererwten uit pot/blik (uitgelekt gewicht)
400 gr gekookte pompoen (gewoon schillen, in blokjes snijden en gaar koken in water)
flinke scheut olie (koolzaad deed de AH en ik ook, maar erg kritisch is het vast niet, dus gebruik gerust een milde olijfolie)
1 volle eetlepel tahin (sesampasta)
1 el geconcentreerde tomatenpuree, of 2 el gezeefde tomaten (ik had zelf nog wat Tomato Frito van Heinz staan)
kneepje citroensap
1 volle tl suiker
2 a 3 cm verse gember, gehakt
zout naar smaak (niet te zuinig)
van elk ½ tl: komijnpoeder, korianderzaadpoeder, cayenne, kurkuma
eventueel een beetje knoflook, maar ik liet het weg en miste het niet

Nou ja; simpel: alles pureren in de keukenmachine. Ik denk dat het net wat te dik is om comfortabel te blenderen met een staafmixer.

Ik heb de hummus daarna nog even door een zeef gedrukt om echt die zachte structuur te krijgen.



1 maart 2015

Meer groente, minder vlees-bolognese


Ik had mijn koffer nog maar net uitgepakt of Meneer vertrok al weer. Dit keer voor zijn jaarlijkse uitje naar Antarctica. Een paar weken maar...

In zo’n één-ouder-periode schakel ik over op wat ‘pragmatischer koken’. Simpel en gezond en het liefste iets dat klaar gezet kan worden voordat ik de kinderen ophaal van de opvang, zodat je alleen nog een vlam onder de pan moet jagen. De saus hieronder voldoet daaraan, want je kunt hem prima invriezen en opnieuw opwarmen. Het doet allemaal erg denken aan klassieke Hollandse macaroni, maar dan toch veel lekkerder; sappig door de courgette, smaakvol door de salami, en de kinderen waren er als bonus dol op. Bijkomend voordeel is dat het recept beknibbelt op vlees en dat vervangt voor groente. Een flexitarische aanpak die mij erg goed ligt.

Meer groente, minder vlees-bolognese
recept voor 600 gram pasta (een portie invriezen gaat prima)
bron: BBC Good Food

scheut (olijf)olie
2 uien (samen zo’n 200 gr)
300 gr wortel
4 selderijstengels, geschild
1 courgette van zo’n 300 gram
4 tenen knoflook
1 bouillonblokje naar keuze (kip doet het goed)
300 gr rundergehakt
100 gr salami of chorizo, van een stuk, in miniblokjes gesneden
blikje geconcentreerde tomatenpuree (140 gr – dat is 2x zo’n miniblikje)
1 blik tomaatstukjes (400 ml)
zout, peper
1 tl (gerookt) paprikapoeder of eventueel oregano
eventueel scheut rode wijn als het er toch staat...
hand gehakte verse peterselie
200 gr erwten of eventueel veldertjes/jonge kapucijners  (diepvries)

Hak alle groente (ui, wortel, selderij, courgette en knoflook) aan snippers. Wie een keukenmachine heeft is snel klaar.
Stoof de groentesnippers in een scheut olie in een grote braadpan – schenk er een kopje water bij, samen met het bouillonblokje, en breng het aan de kook. Leg er dan een deksel op en laat het op de laagste stand zachtjes stoven in tien minuten.

Ondertussen het gehakt en de salami- of chorizoblokjes in een koekenpan, ook in een scheutje olie, bruin bakken. Laat het niet alleen maar garen, maar bak er ook daadwerkelijk bruine randjes aan. Voeg het daarna (samen met het bakvet, want daar zit veel smaak aan) toe aan de groente.  Voeg daar ook de tomatenpuree, tomaatblokjes, zout, peper en paprikapoeder aan toe. Een scheut rode wijn kan ook geen kwaad. Doe er tenslotte nog een handje gehakte peterselie bij en laat dat rustig nog eens 15 minuten sudderen.

Laat er dan in enkele minuten nog de erwten in doorwarmen (niet te lang!) en serveer met pasta en lekker veel geraspte kaas. Invriezen kan natuurlijk ook zonder die erwten, want die schud je toch vanuit het diepvriespak zo de pan in.